Wie aan Nederland denkt, denkt aan tulpen. Alleen al op de
Keukenhof bloeien er miljoenen en jaarlijks worden er landelijk meer dan 4
miljard gekweekt. Toch groeit er in Nederland maar 1 wilde tulpensoort; de
bostulp en deze komt oorspronkelijk uit Zuid Europa. De schoonheid van het plantje,
de geschiedenis van onze cultuur en de verbondenheid van deze soort met landgoederen gaf me de kriebels om op zoek
te gaan naar de bostulp in Nederland.
Trip naar Friesland
De beschermde bostulp komt vooral in Friesland voor en we
besloten dan ook de landgoederen Martenastate (Koarnjum), het op steenworp
afstand gelegen Dekemastate (Jelsum) en de begraafplaats van Ternaard te bezoeken.
Op de landgoederen bloeiden de bostulpen uitbundig, maar o.a. ook Haarlems
klokkenspel en bosvergeet-mij-nietje toonden hun rijke bloei. Leuke bijkomstigheid
waren de tuinfairs op de landgoederen met naast planten en snuisterijen ook
ambachtelijke lekkernijen. Daarna ging onze zoektocht naar de begraafplaats van
Ternaard. Deze trekt jaarlijks vele bezoekers om de duizenden bostulpen te zien
bloeien. Ternaard kwam vorig jaar in het nieuws doordat het terrein per ongeluk
(?) te vroeg – tijdens de bloei van de tulpen –was gemaaid. We sloten ons dagje af aan een bezoekje aan de
Waddenzee om heerlijk uit te waaien.
Geschiedenis van de tulp
Rond 1570 kwamen de eerste tulpen in Nederland terecht. Het
was een statussymbool om een tulp in je tuin te hebben, want het vermeerderen
van een tulp ging langzaam, maar de vraag naar tulpen steeg snel. Tussen 1634
en 1637 was er zelfs zo’n tulpengekte, dat men voor een bolletje gerust een
paar duizend gulden moest betalen. Er werden speciale vazen ontwikkeld om dit
vergankelijke goud in huis te hebben staan. Natuurlijk meestal maar 1 bloem per
vaas.
Bostulp – Tulipa sylvestris
In april zijn de groengele, geknikte kopjes van de bostulp
te vinden. Wanneer de zon schijnt, gooit ze binnen een half uur haar hoofd
omhoog en ontluikt ze haar gele kroonblaadjes zo wild, alsof ze net uit bed
komt. ’s Avonds en met donker weer sluit ze haar bloem weer. De bloemen bevatten
geen nectar en in ons land ontwikkelt de plant geen rijpe zaden. De
vermeerdering is aangewezen op de vorming van lange uitlopers waaraan het einde
een nieuw bolletje ontwikkeld. Dit doen alleen de bollen die niet in bloei
staan. De naam Bostulp is eigenlijk verkeerd gekozen, want ze groeit het liefst
op wat zonnigere plaatsen zoals in bosranden, graslanden, wegbermen,
boomgaarden en uiterwaarden. Elk jaar bloeit maar een klein deel van de tulpen.
Hoe voedselrijker en schaduwrijker de grond, hoe slechter de bloei. Lichte grondbewerking
kan de bloei bevorderen.
Verspreiding Bostulp
De bostulp komt van nature voor in Italië, Sardinië, Sicilië
en de Balkan. In de tweede helft van de 16e eeuw is ze vanuit de
Italiaanse stad Bologna naar Centraal en Noord Europa vervoerd. Vooral met de
opkomst van de Engelse landschapsstijl is de bostulp op veel landgoederen in Europa
aangeplant. Van daaruit verwilderen ze al snel en gedroegen ze zich in een
aantal wijngaarden als onkruid. In Nederland komt ze, door haar voorkeur voor humeuze
kleigrond, vooral in Friesland en deels in Zeeland voor, maar ook in de andere
provincies is ze wel te vinden.