dinsdag 10 september 2013

Op avontuur in de mergelgroeven van Valkenburg



Zondag 8 september stond er bij  OutdoorFriends twee avontuurlijke  tochten in de mergelgroeven van Limburg op het programma; grotbiken en grotklauteren. Beide werden georganiseerd door ASP Adventure.


Grotbiken
 

 

Vlak bij het plaatsje Sibbe stond een minuscuul klein huisje waar we ons moesten aanmelden voor het grotbiken.  Via een smalle wenteltrap bereikten we 40 meter lager de gangenstelsels van de Sibbergroeve. Op deze diepte is de temperatuur constant zo’n 12 graden Celsius en hoewel de luchtvochtigheid zeer hoog was, onttrekt de groeve water uit alles wat er zich in bevindt, dus ook uit ons. We werden opgewacht door een medewerker, die ons instructie gaf en de tocht zou leiden. Na het uitdelen en het afstellen van de fietsen en helmen begon onze tocht door een wirwar van gangenstelsels. De begeleider reed voorop en riep de naam ‘Glenn’, de laatste persoon van de groep. In een wave moesten wij de naam doorroepen en wanneer Glenn zijn naam had gehoord, werd er van zijn kant uit ‘compleet’ terug geroepen. De grote hoeveelheid bochten, de smalle en lage doorgangen en de groepsgrootte zorgden er echter voor dat we al snel geen reactie meer ontvingen. Het begon ons te dagen dat we de groep kwijt waren en dat we ons ergens in het 140km lange gangenstelsel bevonden, maar geen idee waar. We kwamen bij een T-splitsing aan; welke kant was de groep opgegaan? Of waren ze soms al eerder afgeslagen? We volgden de van te voren uitgelegde instructie op door te wachten totdat we werden teruggevonden. Niet lang daarna kwam de begeleider aangereden. We bleken een behoorlijk stuk te zijn afgedwaald. Ja dát kun wel je aan ons overlaten. Na het passeren van een zeer smalle doorgang, de ‘brievenbus’, werden we weer verenigd met de groep en we vervolgden onze weg door de duistere gangenstelsels. De begeleider wees ons op een grote haaientand die in het krijtsteen bevond. (Mergelgroeve is de verkeerde benaming; de groeven bestaan niet uit mergel maar krijtsteen.) Na zo’n 1,5 uur zat de grottenbike erop, klommen we de wenteltrap omhoog en zagen we met samengeknepen ogen de eerste zonnestralen. Het was een geslaagd avontuur.

 
Grotklauteren
 
 
 

Na een korte break bij de uitgang van de Sibbergroeve bleken we ons te moesten haasten naar de volgende activiteit; het grotklauteren. Het grotklauteren was in de Fluweelengrot en hoewel deze op steenworp afstand van de Sibbergroeve ligt, besloten we om met de auto te gaan om nog op tijd te komen.

De Fluweelengrot is een doolhof aangangenstelsels onder de kasteelruïne van Valkenburg en is rond de 11e eeuw of 12e eeuw ontstaan door mergelwinning (uhh krijtsteenwinning). In 1937 herontdekte men pas de geheime vluchtgangen vanuit de kasteelruïne naar de Fluweelengrot. Deze vluchtgangen werden mogelijk gebruikt om in tijden van belegering van het kasteel het complex te ontvluchten en de vijand in de rug aan te vallen. Ook kon men zo ongezien het kasteel bevoorraden. Het parcours van het grotklauteren maakt gebruik van deze verborgen gangenstelsels.
 
 
 

Bij de ingang werden de klimgordels aangetrokken en kregen we instructie. Na het volgen van een touw door de gangenstelsels kwamen we in een ruimte waar onze eerste uitdaging bevond: Klettersteigen; eenvoudig klimmen waarbij je je met twee karabijnhaken zekert . Gebruikmakend van smalle randen, trappen, kabels, buizen en een wiebelende touwbrug klommen we als gekko’s langs de muren. Na het parcours volbracht te hebben, wurmden we ons door smalle gangetjes en via ladders door nauwe passages naar de ruïne van Valkenburg: we hadden het kasteel overmeesterd. Het uitzicht was overweldigend, maar onze laatste uitdaging stond al op ons te wachten. We begaven ons naar een oude waterput, waar we al abseilend de duistere diepte in gingen. Zo’n 30 meter lager voelden we weer grond onder onze voeten. Via de eeuwenoude vluchtgangen bereikten we weer de ‘normale’ gangenstelsels van de groeve en niet veel later stonden we weer oog in oog met de buitenwereld; We hadden de geheime gangenstelsels van kasteel Valkenburg met trots bedwongen en ook dít was weer een geslaagde event

We vleiden ons neer op een gezellig terrasje en brainstormden wat over nieuwe avonturen met OutdoorFriends, want dit smaakte naar meer…
 
 
 

zondag 8 september 2013

LOP-uitje in weer en wind


Vrijdag 6 september was het zo ver. Na ’s ochtends nog hard gezwoegd te hebben op een landgoed, stond er in de middag een uitje gepland. De LOP-deelnemers wilden graag naar zee en omdat iedereen ook de benen wilden strekken, kozen we niet voor Wassenaarse Slag, maar voor een wandeling vanaf boerderij Meijendel.

 
 

Onderweg stuitten we op planten zoals parnassia, doornappel en akkerwinde. Een groepje fjordenpaarden dook op vanuit de struiken. Niet veel later bereikten we het strand.
Goed gemutst doken we de zee in en hadden we een picknick op het strand. Een deelnemer vond een dode zeenaald (vis), drijvend op het water. Langzaam maar zeker begon het weer om te slaan; er klonk gerommel en boven Scheveningen waren de eerste lichtflitsen van naderend onweer al te zien. Ook begon het harder te waaien. In allerijl pakten we onze spullen in en maakten rechtsomkeert. De hemel barstte open, waardoor het duingebied meer iets weg had van een wildwaterbaan. Gelukkig hadden een aantal nog hun zwemkleren aangehouden, want we werden drijfnat. In de paardenstal van Meijendel  trokken we droge kleren aan. De rest deed zich later te goed aan warme veiligheidskleding. We hervatten ons uitje met een uitgebreide bbq op een landgoed. We zaten heerlijk droog in een ondergronds schuurtje en onder een gespannen zeil. Ondanks of misschien wel dankzij het slechte weer, weer een geslaagd uitje.

 

 

zaterdag 7 september 2013

Springvliegers in de rododendrons


Wie in de zomermaanden langs een groepje rododendrons loopt, kan regelmatig rood-groene insectjes  op de bladeren zien zonnen. Bij gevaar vluchten ze naar de onderkant van het blad, of springvliegen ze naar een veiliger heenkomen.  Het zijn rhododendroncicaden (Graphocephala fennahi). Omstreeks 1930 is deze cicade met plantmateriaal meegekomen vanuit Noord Amerika naar Engeland. Zo’n 30 jaar later heeft de soort zich ook over de rest van Europa verspreid .

 


De rhododendroncicade is van juli tot november aanwezig en vanaf augustus boort  ze een gaatje in de bloemknoppen om in de knopschubben eieren te leggen. De larven leven van het plantensap. Volwassen cicaden kunnen ook van andere planten sap zuigen. De schade door de cicade zelf is meestal beperkt, maar ze helpt mee met de verspreiding van de schimmel ‘Pycnostysanus azaleae’, die via het boorgaatje de knop in kan dringen. De aangetaste knoppen worden bruin en sterven af. De buitenkant van de knop is dan bedekt met knotsvormige sporendragers. Hoewel de aangetaste knoppen jarenlang aan de struik kunnen blijven zitten, kunnen er direct naast gezonde knoppen tot bloei komen. Toch kan de schimmel ook twijgsterfte veroorzaken. Indien de cicade (en daarmee de schimmel) een plaag vormt, kan men in het voorjaar de aangetaste knoppen verwijderen, om zo de larven weg te nemen en de schimmel terug te dringen.

 

dinsdag 3 september 2013

Golfsurfen Scheveningen 31 augustus 2013


Foto's van het golfsurfen.






 

Hiken over het eiland Tiengemeten

 
klik op foto voor vergroting



Zondag 1 september stond er door Outdoorfriends een wandeltocht over het eiland Tiengemeten gepland. Haar naam dankt het eiland aan toen het nog een zandplaat was van zo'n 10 gemeten. Een gemet was ongeveer 0,5 ha. Tegenwoordig is Tiengemeten wel 1000 ha groot. In 2006 is het eiland omgevormd van landbouwgrond naar natuur. Er werd onder andere een gat in de dijk gemaakt, waardoor een groot deel van het eiland via kreken onder invloed staat van getijdenwerking van de Haringvliet



Omstreeks 10.30 werden we bij de veerpont op Zuid-Beijerland verwacht en vervolgens maakten we de korte oversteek naar het natuureiland, dat onderdeel uitmaakt van onze ecologische hoofdstructuur. In het bezoekerscentrum zelf werden we verwelkomd door kwetterende zwaluwen in de nok van het dak. Fris en fruitig begon onze wandeltocht over het eiland. Ons doel was om alle gemarkeerde wandelroutes aaneen te sluiten voor een wandeltocht van 17 km.
We begonnen aan de rode route, die gedeeltelijk wordt getooid door metershoge late guldenroede, een gele plant uit Noord-Amerika. Hier en daar keken we uit over plassen en moerassen waar lepelaars en grote zilverreigers foerageerden. Terwijl duizenden eenden, veelal smienten, in rust lagen te dobberen, groepeerden honderden spreeuwen als een bijenzwerm aan de hemel. Een overvliegende strandleeuwerik zong klingelend zijn deuntje.




Na een korte bezoek aan een vogelhut op palen, vervolgden we onze weg over de dijk om bij Herberg Tiengemeten aan te vallen aan de frisdrank, koffie, appelgebak en de eilandse kwarktaart. We vervolgden onze weg langs de dijk terug naar het bezoekerscentrum. In de berm vlogen een tiental klein geaderd witjes.



We stapten over op de blauwe route, die uitkeek over wat droger terrein en mooie vergezichten. Bijzonder waren de bonte vegetatieverschillen tussen hoger en lager terrein. Rond de opgedroogde graslandpoelen groeiden vooral watermunt en rode ogentroost, een halfparasiet. Het wandelpadniveau was wat ruiger met grassen, distels en kamille en op de natte plekken, vooral buitendijks, groeiden hier en daar velden vol moerasvergeet-mij-nietjes, kattenstaart en late guldenroede. Tientallen schotse hooglanders hadden hun hangplek aan een plas. Een haas had zich gedrukt in het veld en verdween vervolgens met grote sprongen in het ruige gras. Een koekoek keek over het landschap uit in één van de weinige bomen. Via een dwaaltocht tussen velden vol guldenroede bereikten we de rietheuvel, een opgeworpen heuvel in het uiterste noordwesten van het eiland.



We vervolgden onze weg terug en via de gele route namen we nog een laatste stop op de Vliedberg. Van oorsprong een vluchtplaats voor mens en vee bij hoog water en overstromingen, maar nu vooral een schitterend uitkijkpunt. Hierna was het een korte wandeling terug naar de veerpont. Moe maar voldaan kunnen we terugkijken op een gezellig dagje Outdoorfriends.




zaterdag 25 mei 2013

Vakantie Lesbos


27 april t/m 23 mei 2013



klik op foto's voor vergroting




Het eiland Lesbos

 
 
De nummers op de kaart komen overeen met de beschrijvingen in dit album.

Met een oppervlakte van 1630 km2 is Lesbos één van de grootste eilanden van Griekenland. Er wonen ongeveer 90.000 mensen en ligt op zo'n 8 km van Turkije vandaan. Het eiland is door twee, nu niet meer actieve, vulkanen ontstaan. De oorspronkelijke vulkaankegels zijn gezonken, waardoor de twee baaien op Lesbos zijn ontstaan: de golf van Kallonis en de golf van Gera. Het noordelijke deel van het eiland is onvruchtbaar en kaal, het zuidelijke deel vruchtbaar en bebost. Hier groeien ongeveer 11 miljoen olijfbomen. In 2012 is het gehele eiland door UNESCO opgenomen als Global Geopark Network.
 

 
01: Verblijf Skala Kallonis

 

 

Skala Kallonis is een authentiek, klein vissersdorpje in het centrum van het eiland. Veel vogelaars, wandelaars en botanisten kiezen dit plaatsje als uitvalsbasis om het eiland te ontdekken. In de kreekjes en moerasjes in en rond het dorpje wemelt het van de boomkikkers, waterschildpadden en ralreigers.
 
 
Zelf zat ik in hotel Aegeon, een verblijf zonder onnodige luxe. Hier begon de dag met een heerlijk ontbijt op het terras en eindigde de avond aan de bar, om elkaars waarnemingen en tips uit te wisselen.
 
 
 
 
02: Zoutmeren

 
 
Lesbos is een waar vogelparadijs. Er komen zo'n 340 soorten voor, vooral gedurende de trektijd. Nabij Skala Kallonis liggen de zoutmeren van Kalloni. Hoewel de zoutwinning nog volop in bedrijf is, is het een grote trekpleister voor veel vogels. Duizenden flamingo's, steltkluten, zilverreigers en andere gevleugelden foerageren en rusten hier.  
 
 
 

 03: Op en rond groene Olympus

 
 
Hoewel de top van het Olympusgebergte nagenoeg onbegroeid is, zijn de hellingen weelderig begroeid met naald en loofbossen. Een onduidelijk kaartje met orchideeënvindplaatsen leidde me over stoffige bospaadjes vol kuilen naar de mooiste plekjes. Toch was het nog goed zoeken om de orchideeën te vinden. Vooral de bloemrijke, eeuwenoude tamme kastanje bossen tussen Agiasos en Megalohori waren erg fraai.


 
 


04: Trail naar klooster Limonos



Net buiten het plaatsje Kerami was een een moerasje waar in alle vroegte al tientallen vogelaars stonden te turen. Hier zaten veel Kaspische beekschildpadden. Niet ver daar vandaan stond het klooster Metohi van waarachter een verscholen pelgrimspaadje de bergen in ging naar het fraaie klooster Limonos.
 
 
 
 
 
05: Lambou Mili & Loutra headland

 
 
In een beschrijving van orchideeënvindplaatsen op Lesbos stond het gebied rond Lambou Mili goed aangeschreven. De auto geparkeerd bij een groene fabriek en verschillende mooie trails door de bergen gelopen. Helaas bleken de meeste orchideeën al te zijn uitgebloeid.
 
 
Bij Loutra headland met de auto stoffige en stenige landweggetjes af gegaan die zó slecht en soms zó steil waren dat ik me afvroeg of het autootje niet eens ondersteboven zou rollen. Hier stonden duizenden orchideeën, waarvan de meeste ook weer waren uitgebloeid. Het was 35 graden en een frisse duik in zee zorgde voor enige verkoeling.

 

06: Afgelegen Makara

 
 
Niets is leuker dan bijna ontoegankelijke plekjes te bezoeken en het doel was dan ook om langs de golf van Kallonis naar de monding in de Egeïsche zee te gaan. Hier scheen een strandje (en minuscuul plaatsje) genaamd Makara te zijn. De TomTom kende het plaatsje niet, maar ik kon wel een aanwezige weg selecteren. Het landschap was bergachtig kaal met wat dwergstruikjes en een paar losgelaten bomen. Het weggetje was niet meer dan een stoffig paadje met keien, kuilen en scheuren. Hier en daar stond een klein geitenhutje en enkele verdwaalde woningen. Dit was het landschap van de bijeneters, scharrelaars, roodstuitzwaluwen, klauwieren en Aziatische steenpatrijzen.
 
 

 
07: Het westen: Andissa en Sigri



 

Het wilde westen stond op het programma, om een aantal afgelegen orchideeënspots en het versteende woud te bezoeken. De TomTom werd ingesteld om vanaf het plaatsje Hidira een landweggetje naar Andissa te nemen. In het gehuchtje Hidira keken de bewoners me onderzoekend aan toen ik de auto door de smalle en kronkelige straatjes wurmde, om vervolgens in the middle of nowhere te verdwijnen. Het berglandschap met de dwergbegroeiing was schitterend, maar al gauw wist de TomTom en de kaart het niet meer. In de verte stonden windturbines en via smalle paadjes de weg daar naartoe vervolgd. Bij Andissa groeiden vele bijenorchisachtigen en een heerlijk verfrissende duik genomen nabij Sigri.
 
 
 
 
Laatste dag

Aan al het goede komt een einde. Op de laatste dag nogmaals op het Olympus-gebergte rond gestruind. Het autootje moest weer worden ingeleverd, maar deze was zó stoffig en vuil, dat je de oorspronkelijke kleur nauwelijks meer kon zien. Aangezien er in de kleine lettertjes van het huurcontract staat dat er met de auto niet op onverharde wegen mag worden gereden, besloot ik de auto te gaan wassen en meteen een duik te nemen bij Makara. Wonder boven wonder stonden hier een paar verweerde stranddouches. Ik zette de auto onder de spuitkoppen en draaide van achteren de kraan open. Het water spoot er meteen in harde stralen in alle richtingen uit, behalve de goede: de auto was droog en ik drijfnat.

De volgende ochtend in Skala Kallonis van iedereen afscheid genomen en met het vliegtuig weer terug naar Nederland gegaan.

Als je van vogelen, wandelen of van wilde orchideeën houdt, is Lesbos zéker de moeite waard. Ooit hoop ik er nog eens terug te komen, maar dan een paar weken eerder...
 
 

dinsdag 23 april 2013

Gele anemoon op landgoed Sandwijck


De Bilt

Op landgoed Sandwijck stuitte ik op een groepje gele anemonen. Van een afstandje leek het op speenkruid, maar de gedeelde blaadjes lieten al direct zien dat het om een anemoon ging. De gele anemoon is een zeldzame plant en komt in Nederland van nature alleen voor in Limburg. In 1683 wordt ze al vernoemd in het Haarlemmerhout en het Haagse bos. Sindsdien wordt ze op veel meer buitenplaatsen vermeld en is ze dan ook een echte stinzenplant.
Het sap van deze anemoon is giftig en werd in Siberië als gif gebruikt voor pijlpunten.


Gele anemoon; Anemone ranunculoides


Bostulp en grote sneeuwroem


Bunnik & de Bilt


Op Amelisweerd lieten de bostulpen al hub gele knoppen zien. Op Sandwick stond grote sneeuwroem in bloei.




Anemone nemorosa 'Vestal'; Bosanemoon met een halskraag


Bunnik

Tussen de bloeiende bosanemonen op Oud Amelisweerd stonden enkele groepjes anemonen die nét iets lichter van kleur waren. Deze bleken bloemen met een halskraagje te hebben. Het gaat hier om de vrij zeldzame Anemone nemorosa 'Vestal'. De herkomst van de soort is onbekend, maar wordt al in 1870 in Engeland genoemd. De oorspronkelijke meeldraden zijn in kroonbladen veranderd, waardoor de soort zich niet met zaad kan vermenigvuldigen. Zij is dan ook aangewezen op vermeerdering door kruipende wortelstokjes. 'Vestal' begint meestal wat later met bloeien dan de gewone bosanemoon. 'Vestal' groeit op verschillende buitenplaatsen langs de Vecht.


Anemone nemorosa 'Vestal'


Blauwe bosanemoon


Bunnik & de Bilt

Verscholen in het bos op landgoed Oud Amelisweerd en landgoed Sandwijck groeiden enkele blauwe bosanemonen. Deze variant zie je zelden. Waarschijnlijk gaat het om de Anemone nemorosa 'Allenii'.

Anemone nemorosa 'Allenii'?