Klik op foto voor vergroting
Bonaire; Kralendijk en Hamlet Oasis resort
Zaterdag 21 april was het dan zover. Met Arke Fly naar Bonaire gevlogen voor een weekje zon,
zee en avontuur. Het is altijd weer bijzonder dat als je uitstapt, je tegen een
muur van hitte oploopt en je na een paar passen niet meer verder komt zonder
dat er eerst kledingstukken in de rondte gaan vliegen. Op het vliegveld stond
een pickup klaar en ik ging op weg naar mijn studiootje in het Hamlet
Oasis-resort, even voorbij Kralendijk. Het resort lag tegen zee aan en bestond
uit bungalowtjes en studio's in een open tuin. Ook was er een kleine zwembad.
Rond het resort deden meerdere groene kolibries zich tegoed aan de
bloemen van de agaves. Naaktoogduiven zochten naar zaden op de grond en de Poinciana's stonden met hun gele en
oranje-rode bloemen te pronken. Ook West-Indische parkieten waren volop aanwezig.
Toen ik 's ochtends mijn tas pakte, kroop er een schorpioentje onder
vandaan.
Onder water
Hoewel Bonaire vergeleken met de andere ABC-eilanden relatief rustig
is, staat het eiland bekend om haar schitterende snorkel- en duiklocaties. 1
stap het helderblauwe water in en je staat tussen de koraalriffen. De gehele
westkust is goed toegankelijk.
Spotted moray, Clown wrasse (juvenielen) en Brittle star
French angelfish, Whitespotted filefish en porcupine
Elkhorncoral en Blade fire coral
Vis: Smallmouthgrunt (horizontale strepen)
French grunt (diagonale strepen) en Queen parrotfish man
Klein Bonaire; helse tocht
Klein Bonaire is een 7 km2 groot eilandje voor de kust van Bonaire. Het
is een broedplaats voor zeeschildpadden en het eilandje wordt omgeven door
koraalriffen. Grotendeels gefinancierd door Nederland en het WNF kocht de
Bonaireaanse regering het eilandje op om het te behoeden tegen commerciële
explotatie. De hoop is om het eiland onder te brengen in een national park.
Drieteenstrandloper op klein Bonaire
Vroeg in de ochtend ging ik met de watertaxi naar Klein Bonaire. Het
eilandje was begroeid met struiken en cactussen. De kust bestond uit een
gedeelte zandstrand, maar voornamelijk uit koraalstrand en scherp vulkanisch
gesteente. Ik had het in mijn hoofd gehaald om het eilandje rond te lopen, maar
het ongelijke terrein zonder paden en de verzengende hitte maakten de 10km
lange tocht bijna ondraaglijk. Op het eilandje waren enkele zoutmeertjes, waar
zilverreigers en steltlopertjes liepen te waden. Hevig verbrand keerde ik met
de watertaxi terug naar Bonaire en genoot van de overheerlijke tapas in
Kralendijk.
Zoutmeren en Lac Bay
De zuidpunt van Bonaire wordt gekenmerkt door de vele zoutmeren. Hier
wordt jaarlijks zo'n 300.000 ton zout gewonnen. Dit gebeurt via het natuurlijke
verdampingsproces. Een 55ha groot en ontoegankelijk terrein is afgeschermd van
de zoutexploitatie. Hier huist 1 van van de grootste flamingokolonies ter
wereld. In de broedtijd huizen er zo'n 15.000 flamingo's op het eiland.
Met de pick-up was het heerlijk toeren langs de stille zuidpunt. Op z'n
tijd een verkwikkende duik genomen. In de mangrovemoerassen rond Lac Bay
huisden vele vogels en rond het Lac, wat door een koraalrif door de woeste zee
wordt afgeschermd, zaten veel sterns en reigerachtigen.
Amerikaanse bonbekplevier (linksboven 2x), steenloper (boven), steltkluut (rechtsboven)
Kleine geelpootruiter (linksonder en rechts midden), regenwulp (rechtsonder)
Roodhalsreiger
Slavernij
In 1634 veroverde Nederland Bonaire van Spanje. De laatste indianen
vluchtten weg of werden gedood. Vanaf 1685 kwam de opmars van de slavernij,
vooral door de zoutwinning. Naast negers werden ook veroordeelde indianen en
andere gestraften als slaaf gebruikt.
In 1837 werden er 1,5 meter hoge slavenhuisjes gebouwd. Hier sliepen zo'n 5 personen in. Aan het
einde van de week hadden de slaven vrijaf en liepen zo'n 6 uur naar Rincon, waar
hun gezinnen woonden. Werken in de zoutwinning was voor de 500 slaven niet
alleen erg inspannend, ook werden velen blind door de weerkaatsing van de felle
zon op het 'witte goud' en moest men werken in de brandende zon. Daarnaast beet
het zout diep in handen en voeten. Vanaf 1821 mochten er geen slaven meer
worden verhandeld en de slavernij werd in 1863 afgeschaft.
Woeste westkust
Liggen aan de oostkust de meeste resorts, de westkust is nagenoeg woest
en onbegaanbaar. Hier en daar staan huizen met een cactushekwerk. Onverharde
paden waaieren tussen de cactussen uiteen om in de knoek (wildernis) te
verdwijnen. Ik ben dan ook meerdere keren met de pick-up verdwaald en off the road
geweest. Door de harde passaatwind beukt de zee hard tegen het vulkanisch gesteente van de kust. Op de kust heeft het klotsende water en de waterdruppels
het gesteente tot messcherpe puntjes uitgesleten.
De stille noordoostkust
De meeste toeristenresorts liggen langs de oostkust rond Kralendijk.
Verder naar het noordoosten loopt een oud weggetje over de rotskust naar Lac
Goto en Rincon. Het is hier stil en verlaten en op enkele snorkelsites na is
het gebied ontoegankelijk door de dichte struikenvegetatie met boomcactussen.
Met een zaklantaarn een grot in geklauterd. Het gangenstelsel was hier en daar
nauw en had verraderlijke gaten naar dieper gelegen gangen. De stenen bodem
maakte plaats voor een soort humusrijke, stinkende laag. Deze was afkomstig van
de vele vleermuizen die hier bivakkeerden.
Washington Slagbaai nationaal park
De noordoostelijke punt van Bonaire wordt ingenomen door het Nationaal
Park Washington Slagbaai. Het park is 60km2 groot en door de schrale bodem en
het gebrek aan neerslag is het terrein grotendeels woestijnachtig, waar immense
kandelaarscactussen groeien die wel 12 meter hoog zijn.
Toch huizen er
veel vogels. Vooral rond de zoutmeren en de kleine waterbronnetjes. Bijzondere
elementen in het gebied zijn o.a. blowholes (spuitgaten), snorkelsites,
zoutmeer Slagbaai en een trail naar de hoogste top van Bonaire; de Brandaris
(241m)
Klim naar top van Bonaire; Brandaris
Bonairiaanse renhagedis
Lora
De Lora of geelvleugelamazone is de enige papegaaiensoort die van
nature (en vrijwel alleen) op Bonaire voorkomt. Vroeger kwamen ze ook op Aruba
voor, maar daar zijn ze uitgeroeid. De populatie op Bonaire wordt op ongeveer
300 vogels geschat. Stropers halen nog steeds hun nesten leeg, omdat de boete
wanneer ze gepakt worden lager is dan de opbrengst van een verkochte vogel.
Een caracara zocht voedsel tussen de struiken rond de waterbron put
Bronswinkel. Ik ging op een grote steen zitten om stabiel te kunnen
fotograferen. Een grote leguaan kroop half op mijn schoot; dit was zíjn
uitkijkpunt. Ik had de leguaan vriendelijk doch duidelijk verzocht een andere
plek uit te kiezen.
Caracara
Tot slot
Het weekje Bonaire was voorbij gevlogen. Hoewel maagdeneiland St. John
meer variatie in natuur heeft (trails, nevelwoud, mooiere mangroves, stranden
en koraalriffen en woestijnlandschap), is Bonaire zeker de moeite waard. Het
mooie Slagbaai nationaalpark, de schitterende onderwaterwereld, de zoutmeren en
de rust die er heerst.., de kleine terrasjes met heerlijke gerechten en het
feit dat het een rechtstreekse vlucht is vanaf Nederland, maakt het een fijne
vakantiebestemming.