zaterdag 2 juni 2012

Vakantie Bonaire 21 t/m 29 april 2012

Klik op foto voor vergroting




Bonaire; Kralendijk en Hamlet Oasis resort

Zaterdag 21 april was het dan zover. Met Arke Fly  naar Bonaire gevlogen voor een weekje zon, zee en avontuur. Het is altijd weer bijzonder dat als je uitstapt, je tegen een muur van hitte oploopt en je na een paar passen niet meer verder komt zonder dat er eerst kledingstukken in de rondte gaan vliegen. Op het vliegveld stond een pickup klaar en ik ging op weg naar mijn studiootje in het Hamlet Oasis-resort, even voorbij Kralendijk. Het resort lag tegen zee aan en bestond uit bungalowtjes en studio's in een open tuin. Ook was er een kleine zwembad.



Rond het resort deden meerdere groene kolibries zich tegoed aan de bloemen van de agaves. Naaktoogduiven zochten naar zaden op de grond en de  Poinciana's stonden met hun gele en oranje-rode bloemen te pronken. Ook West-Indische parkieten waren volop aanwezig. Toen ik 's ochtends mijn tas pakte, kroop er een schorpioentje onder vandaan. 



Onder water

Hoewel Bonaire vergeleken met de andere ABC-eilanden relatief rustig is, staat het eiland bekend om haar schitterende snorkel- en duiklocaties. 1 stap het helderblauwe water in en je staat tussen de koraalriffen. De gehele westkust is goed toegankelijk.

Spotted moray, Clown wrasse (juvenielen) en Brittle star

French angelfish, Whitespotted filefish en porcupine

Elkhorncoral en Blade fire coral
Vis: Smallmouthgrunt (horizontale strepen)
French grunt (diagonale strepen) en Queen parrotfish man



Klein Bonaire; helse tocht

Klein Bonaire is een 7 km2 groot eilandje voor de kust van Bonaire. Het is een broedplaats voor zeeschildpadden en het eilandje wordt omgeven door koraalriffen. Grotendeels gefinancierd door Nederland en het WNF kocht de Bonaireaanse regering het eilandje op om het te behoeden tegen commerciële explotatie. De hoop is om het eiland onder te brengen in een national park.

Drieteenstrandloper op klein Bonaire

Vroeg in de ochtend ging ik met de watertaxi naar Klein Bonaire. Het eilandje was begroeid met struiken en cactussen. De kust bestond uit een gedeelte zandstrand, maar voornamelijk uit koraalstrand en scherp vulkanisch gesteente. Ik had het in mijn hoofd gehaald om het eilandje rond te lopen, maar het ongelijke terrein zonder paden en de verzengende hitte maakten de 10km lange tocht bijna ondraaglijk. Op het eilandje waren enkele zoutmeertjes, waar zilverreigers en steltlopertjes liepen te waden. Hevig verbrand keerde ik met de watertaxi terug naar Bonaire en genoot van de overheerlijke tapas in Kralendijk.


Zoutmeren en Lac Bay

De zuidpunt van Bonaire wordt gekenmerkt door de vele zoutmeren. Hier wordt jaarlijks zo'n 300.000 ton zout gewonnen. Dit gebeurt via het natuurlijke verdampingsproces. Een 55ha groot en ontoegankelijk terrein is afgeschermd van de zoutexploitatie. Hier huist 1 van van de grootste flamingokolonies ter wereld. In de broedtijd huizen er zo'n 15.000 flamingo's op het eiland.


Met de pick-up was het heerlijk toeren langs de stille zuidpunt. Op z'n tijd een verkwikkende duik genomen. In de mangrovemoerassen rond Lac Bay huisden vele vogels en rond het Lac, wat door een koraalrif door de woeste zee wordt afgeschermd, zaten veel sterns en reigerachtigen.


Amerikaanse bonbekplevier (linksboven 2x), steenloper (boven), steltkluut (rechtsboven)
Kleine geelpootruiter (linksonder en rechts midden), regenwulp (rechtsonder)

Roodhalsreiger


Slavernij

In 1634 veroverde Nederland Bonaire van Spanje. De laatste indianen vluchtten weg of werden gedood. Vanaf 1685 kwam de opmars van de slavernij, vooral door de zoutwinning. Naast negers werden ook veroordeelde indianen en andere gestraften als slaaf gebruikt. 
In 1837 werden er 1,5 meter hoge slavenhuisjes gebouwd.  Hier sliepen zo'n 5 personen in. Aan het einde van de week hadden de slaven vrijaf en liepen zo'n 6 uur naar Rincon, waar hun gezinnen woonden. Werken in de zoutwinning was voor de 500 slaven niet alleen erg inspannend, ook werden velen blind door de weerkaatsing van de felle zon op het 'witte goud' en moest men werken in de brandende zon. Daarnaast beet het zout diep in handen en voeten. Vanaf 1821 mochten er geen slaven meer worden verhandeld en de slavernij werd in 1863 afgeschaft. 



Woeste westkust


Liggen aan de oostkust de meeste resorts, de westkust is nagenoeg woest en onbegaanbaar. Hier en daar staan huizen met een cactushekwerk. Onverharde paden waaieren tussen de cactussen uiteen om in de knoek (wildernis) te verdwijnen. Ik ben dan ook meerdere keren met de pick-up verdwaald en off the road geweest. Door de harde passaatwind beukt de zee hard tegen het vulkanisch gesteente van de kust. Op de kust heeft het klotsende water en de waterdruppels het gesteente tot messcherpe puntjes uitgesleten.






De stille noordoostkust

De meeste toeristenresorts liggen langs de oostkust rond Kralendijk. Verder naar het noordoosten loopt een oud weggetje over de rotskust naar Lac Goto en Rincon. Het is hier stil en verlaten en op enkele snorkelsites na is het gebied ontoegankelijk door de dichte struikenvegetatie met boomcactussen. Met een zaklantaarn een grot in geklauterd. Het gangenstelsel was hier en daar nauw en had verraderlijke gaten naar dieper gelegen gangen. De stenen bodem maakte plaats voor een soort humusrijke, stinkende laag. Deze was afkomstig van de vele vleermuizen die hier bivakkeerden.



Washington Slagbaai nationaal park

De noordoostelijke punt van Bonaire wordt ingenomen door het Nationaal Park Washington Slagbaai. Het park is 60km2 groot en door de schrale bodem en het gebrek aan neerslag is het terrein grotendeels woestijnachtig, waar immense kandelaarscactussen groeien die wel 12 meter hoog zijn.

Toch huizen er veel vogels. Vooral rond de zoutmeren en de kleine waterbronnetjes. Bijzondere elementen in het gebied zijn o.a. blowholes (spuitgaten), snorkelsites, zoutmeer Slagbaai en een trail naar de hoogste top van Bonaire; de Brandaris (241m)

Klim naar top van Bonaire; Brandaris

Bonairiaanse renhagedis


Lora

De Lora of geelvleugelamazone is de enige papegaaiensoort die van nature (en vrijwel alleen) op Bonaire voorkomt. Vroeger kwamen ze ook op Aruba voor, maar daar zijn ze uitgeroeid. De populatie op Bonaire wordt op ongeveer 300 vogels geschat. Stropers halen nog steeds hun nesten leeg, omdat de boete wanneer ze gepakt worden lager is dan de opbrengst van een verkochte vogel.




Een caracara zocht voedsel tussen de struiken rond de waterbron put Bronswinkel. Ik ging op een grote steen zitten om stabiel te kunnen fotograferen. Een grote leguaan kroop half op mijn schoot; dit was zíjn uitkijkpunt. Ik had de leguaan vriendelijk doch duidelijk verzocht een andere plek uit te kiezen.



Caracara


Tot slot

Het weekje Bonaire was voorbij gevlogen. Hoewel maagdeneiland St. John meer variatie in natuur heeft (trails, nevelwoud, mooiere mangroves, stranden en koraalriffen en woestijnlandschap), is Bonaire zeker de moeite waard. Het mooie Slagbaai nationaalpark, de schitterende onderwaterwereld, de zoutmeren en de rust die er heerst.., de kleine terrasjes met heerlijke gerechten en het feit dat het een rechtstreekse vlucht is vanaf Nederland, maakt het een fijne vakantiebestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten