Klik op foto's voor vergroting
Het Landschap Onderhoud Project (LOP), een arbeidsproject van DAC Movens te Leiden, is werkzaam op diverse landgoederen en in natuurgebieden in Noord- en Zuid-Holland.
Een tijdje terug pauzeerde de deelnemers in een oude schuur, waar tientallen braakballen, witte uitwerpselen en enkele uilenveren lagen; hier zat een kerkuil! De eigenaar is op de hoogte gesteld met het advies rekening te houden tijdens eventuele renovatie en met het advies om een kerkuilenkast te plaatsen.
De kerkuil is een sierlijke vogel met lange vleugels en poten. Vooral haar hartvormige gezichtssluier is erg kenmerkend voor de soort. Door haar lichte verenkleed valt ze makkelijk op (als ‘spookgedaante’) als ze in de schemering of ’s nachts op jacht gaat naar muizen. Haar prooi lokaliseert ze op gehoor. Kerkuilen broeden in kerktorens, schuren en andere gebouwtjes. Het is een kwetsbare soort; door verdwijnen van kleinschalige landbouw, de grotere verkeersdruk en vooral door het verdwijnen van geschikte broedplaatsen waren er rond 1980 nog maar zo’n 100 paartjes kerkuilen in Nederland. Gelukkig gaat het alweer een stuk beter met de kerkuil. Vele werkgroepen en vrijwilligers hebben maatregelen getroffen, zoals het plaatsen van geschikte nestkasten. Er broeden dan ook weer 2000-3000 paartjes in Nederland.
Braakballen pluizen
Op slaapplaatsen en broedplaatsen van uilen zijn braakballen te vinden. Hierin zitten onverteerbare resten van hun prooidieren, zoals haren, schedels, veertjes en insectenschilden. Uilen produceren gemiddeld 1 tot 2 braakballen per dag.
Tijdens een regenachtige dag heeft het LOP enkele braakballen uitgeplozen. Bij gebrek aan een pincet om de schedeltjes er voorzichtig uit te pulken, hebben we de braakballen voorzichtig gebroken en in een bakje met lauw water gelegd. Door flink te roeren, het water een aantal keer af te gieten en te verversen, hielden we enkele schedeltjes, onderkaken en botjes over. De werkgroep werd verdeeld in een notulist, een deelnemer die met behulp van het boek ‘Braakballen Pluizen’ de determinatietabel doornam en enkele deelnemers die met een loep en liniaal de kenmerken van de schedeltjes en kaken bekeken. Aan de hand van de grootte van de schedel, het aantal, de vorm en de stand van de kiezen en tanden en andere kenmerken wisten we wat het diner van de kerkuil de afgelopen dagen was geweest. De uil had zich vooral aan rosse woelmuizen en huismuizen tegoed gedaan, maar ook werden er schedeltjes en kaken van enkele veldmuizen en huisspitsmuizen gevonden.
Volksgeloof, gebruiken en magie
Er werd algemeen gedacht dat wanneer een uil zich ’s avonds liet horen, het de volgende ochtend goed weer zou zijn. Maar men dacht ook dat wanneer een uil dit deed bij het huis van een ziek persoon, deze binnen drie dagen zou komen te overlijden.
In Engeland werd lange tijd geloofd dat verbrande en verpulverde eieren het gezichtsvermogen verbeterde.
Vroeger ving men zangvogeltjes door een uil aan een touw op een tak te plaatsen en de overige takken in te smeren met vogellijm. Vogels kwamen dichterbij en probeerden de uil te verjagen en te irriteren en bleven zo vastkleven aan de lijm.
Uilen werden vroeger ook in verband gebracht met heksen. Heksen zaten op de rug van een uil om zich te verplaatsen. Soms werden uilen ook in brouwsels gebruikt. Doordat uilen geruisloos en spookachtig kunnen vliegen, hun ogen ineens kunnen laten knipperen en hun nek geheel rond kunnen draaien, waren mensen over de hele wereld bang voor uilen.
Ook was men bang voor een uil omdat, wanneer zij ’s avonds laat werd gezien of tegen de ruiten op botste, iemand zou sterven of verongelukken. Hier zit een kern van waarheid in. Wanneer iedereen ’s nachts rustig lag te slapen, brandde er nog licht bij zieke personen, die maar niet in slaap konden komen. De verlichte ramen trokken volop nachtvlinders en andere insecten aan, waar een uil zich graag tegoed aan deed. Zo zag men dan een uil voor de ramen wieken en soms zelfs tegen de ramen opbotsen. De medische wetenschap was vroeger nog niet zo ver gevorderd, waardoor ernstig zieke personen snel kwamen te overlijden. Zover dacht men natuurlijk niet; de uil was het kwaad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten