Het was erg moeilijk om aan deze originele wilde soort te komen en de kweker liet ze dan ook overkomen uit het Oostblok. Er werd ons afgeraden om deze soort aan te planten, omdat het lenteklokje moeilijk aan zou slaan en moeizaam tot bloei zou komen. Ook mochten de bollen tijdens transport niet uitdrogen en moesten ze direct worden aangeplant. We hadden dan ook het aantal lenteklokjes naar beneden bijgesteld en in 2008 gingen er zo'n 2000 de grond in. De lenteklokjes zijn echter prima tot bloei gekomen en er waren ook vele kimeplantjes te zien. Nu maar hopen dat deze soort zich eeuwen op het landgoed thuisvoelt en kan handhaven.
Lenteklokje – Leucojum vernum
Het lenteklokje, met haar witte kroonblaadjes en een groen puntje, laat al in februari haar eerste bloemen zien. Ze is moeilijk te kweken en stelt hoge eisen aan de grond. Ze geeft de voorkeur aan een voedselrijke, humeuze leem- of kleigrond. In Nederland werd ze voor het eerst in 1835 aangetroffen. Ze had waarschijnlijk 1 natuurlijke groeiplaats in Twente, maar ze is daar sinds 1916 niet meer aangetroffen. Wel komt ze op een aantal landgoederen in Nederland voor, als stinzenplant. Oorspronkelijk komt het lenteklokje uit berggebieden van Midden Europa.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten