Bladkoninkjes behoren tot de phylloscopen, ofterwijl boszangers en zijn familie van de fitis en de tjiftjaf. Toch heeft ze door haar kleuren (geel, grijsgroen en vuilwit) ook veel weg van een goudhaantje, waar ze regelmatig mee op trekt. De gele wenkbrouwstreep boven de donkere oogstreep en twee geelwitte vleugelstrepen zijn de meest opvallende visuele kenmerken. Het is echter een vogeltje wat zich niet makkelijk laat zien en is dan ook vooral door haar geroep (tsowiest) te ontdekken.
Klik op foto voor vergroting
Het broedgebied van het bladkoninkje bevindt zich in de uitgestrekte loofbossen van de Oeral tot en met het oosten van Rusland. Ook komt ze voor in China en Mongolië. Vanaf augustus verlaat ze het broedgebied om in zuidoost-Azië te overwinteren. Een deel van de populatie trekt echter in tegen gestelde richting westwaards en in september en oktober is ze dan ook wel in Europa te vinden. Ook in Nederland worden er gedurende de najaarstrek zo'n 30 tot 100 van deze vogeltjes ontdekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten