Klik op foto voor vergroting
De Rhoonse Grienden liggen er weer geel gekleurd bij. Langs de kreekjes, slootjes en tussen de duizenden knotwilgen in dit getijdegebied groeien volop Spindotterbloemen (Caltha palustris subsp. araneosa). Spindotters hebben zich aangepast aan de getijdewerking. De gewone dotterbloem vermeerdert zich door zaad. De zaden van de spindotter worden echter grotendeels weggespoeld door de eb- en vloedwerking van het water. Zij heeft zich aangepast doordat deze forsere plant geknikte stengels heeft waarbij in de oude bladoksels nieuwe blaadjes en wortels ontstaan.Wanneer de oude stengels verteren, blijven de jonge plantjes behouden en worden deze meegevoerd door het water. Zo kan ze zich op nieuwe plekken vestigen.
De Rhoonse Grienden is een complex van wilgenakkers in de buurt van Rotterdam en Barendrecht. De gegraven slootjes en greppels in het gebied lopen door de getijdewerking van de rivier dagelijks onder water. Dijkjes om de akkers heen zorgen ervoor dat het water met vloed de akkers kan bereiken, maar met eb een dun laagje voedselrijk slip achterlaat in het gebied, waardoor de wilgen snel kunnen groeien.
De wilgen in de Rhoonse Grienden worden elke 3 jaar gehakt. Het hout wat vrijkomt wordt onder andere gebruikt voor zinkstukken (matten waarover meestal basalt wordt gestort ter verdediging van oevers) en als voedsel voor olifanten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten