maandag 17 november 2014

Grijze zeehond heeft er genoeg van


Brouwersdam

Een aantal grijze zeehonden deden zich tegoed aan een vette paling. Ze werden echter telkens lastig gevallen door tientallen meeuwen die ook een maaltje vis naar binnen wilden werken. Eén zeehond had er zó genoeg van, dat hij een meter uit het water opdook en in de richting van de meeuwen hapte. Heel even konden de zeehonden in alle rust genieten van hun maaltje en toen begon alles weer van voren af aan.





zondag 16 november 2014

Dwalen over landgoed Gorp en Roovert



Vlak bij Hilvarenbeek, tegen de Belgische grens, ligt het 1200 ha grote landgoed Gorp en Roovert. Het is een afwisselend natuurgebied met bossen, vennen, cultuurland en heide. Dwars door het gebied stroomt het beekje Rovertse Leij, waar je het ijsvogeltje kunt spotten. Het is een heerlijk gebied om rond te dwalen.

Het neogotische jachthuis wordt ook wel Paradijske genoemd
In het bos groeiden pijpknotszwammen (Macrotyphula fistulosa)


Hazenpootje - Coprinus lagopus


De fraaie Gargano – 22 t/m 30 april 2014



Gargano


(voor fotovergrotingen klik op afbeeldingen op kingfisher's weblog)



map Gargano

Als een spoor aan de laars van Italië, tegen de Adriatische zee, ligt het dunbevolkte schiereiland Gargano. Het herbergt een ruige kustlijn met vele grotten, betoverende baaitjes en schilderachtige kustplaatsjes. Het bergachtige binnenland is deels dicht bebost, met als spil het 10.000ha grote natuurreservaat Foresta Umbra. De hoogste top van de Gargano is Monte Calvo en is 1055 meter hoog. In het binnenland lijkt de tijd te hebben stil gestaan. Hier tref je nog schaapherders aan die hun schapen en geiten op de bergweiden laten grazen. Deze bergweiden en vochtige bossen herbergen een enorme rijkdom aan orchideeën. De cijfers en letters op de kaart zijn enkele vindplaatsen van deze fraaie plantengroep. Mijn uitgangsbasis is het plaatsje Monte Sant’Angelo.



Op naar de Gargano

 Monte Sant'Angelo

Dinsdag 22 april was het zover. De vliegreis over de Mont Blanc via Milaan naar Bari verliep voorspoedig. In Bari een huurauto opgepikt om via de binnenlanden van Italië naar Monte Sant’Angelo te rijden. Monte Sant’Angelo is een bergdorpje dat via haarspeldbochten te bereiken is. Ik verbleef in het Palace Hotel San Michele, een eenvoudig maar goed hotel met een schitterend uitzicht over het lage land en de zee en op steenworp afstand van een fraai kasteel.

Monte Sant' Angelo

Het dorpje kent vele hoogteverschillen die je via trappetjes kunt overbruggen. Het geheel doet wat te heet gewassen en gekrompen aan; de paadjes zijn erg smal en ook de ingangen van winkeltjes en restaurantjes zijn nauwelijks breder dan de buitendeur. Als Nederlander was ik een bijzondere attractie voor de plaatselijke pizzeria. Het personeel dook over elkaar heen om te horen wat ik in zo’n afgelegen gebied te zoeken had.


Roadtrips

Dagelijks trok ik er met de auto opuit om de Gargano te ontdekken. Leidraad was grotendeels een reisbeschrijving over vindplaatsen van orchideeën. De onbegrijpelijke kaart probeerde zo goed mogelijk over te brengen op een gedetailleerde streekkaart en in de Tomtom. Op de meest afgelegen plaats en in de stromende regen kreeg ik natuurlijk een lekke band. De tyraps van de velgen heb ik met een stuk oud ijzer doorgesneden en uiteindelijk de reservewiel eronder gezet. De volgende dag op zoek gegaan naar een garage voor een nieuwe band. Ook dit was een hele onderneming, want in de bergdorpjes waren nauwelijks garages te vinden, sprak de bevolking geen fluit Engels en hadden ze nergens de juiste soort band. Uiteindelijk kon ik ergens een tweedehandse op de kop tikken.

Ophrys passionis subsp.garganica - Vroege spinnenorchis
Ophrys passionis subsp.garganica – Vroege spinnenorchis
Toch kon dit de pret niet drukken. Wat een adembenemend mooie omgeving, een immense uitgestrektheid en wat een weelde aan orchideeën!


Foresta Umbra

Eindelijk brak de zon door. Met de auto naar Foresta Umbra gereden. Langs de weg en in de heuvelachtige weiden naar het bos groeiden duizenden orchideeën. Het bladerdek van de eeuwenoude oerbomen met de enkeldikke klimoplianen was zó dicht, dat de temperatuur in het bos gemiddeld zo’n 7 graden lager was dan daarbuiten. Hier stuitte ik op enkele grijswitte orchideeën; het vogelnestje!

Foresta Umbra; Neottia nidus-avis - Vogelnestje
Foresta Umbra; Neottia nidus-avis – Vogelnestje


Torre di Porticello

Langs de kust van de Gargano staan tientallen eeuwenoude verdedigingstorens. De meeste liggen erg afgelegen en zijn nauwelijks toegankelijk. Ik heb onder andere deze fraaie Torre di Porticello bezocht. De lucht was bezwangerd met een zoete, kruidige geur en getooid met het getjilp van tientallen bijeneters. Enkele zandhagedissen lagen languit op de rotsen te zonnen.

Torre di Porticello met links op de oever een Trabucco
Torre di Porticello met links op de oever een Trabucco


Trabucco; visplatvorm

Een trabucco is een groot houten platvorm dat gebruikt wordt om mee te vissen. Oorspronkelijk werden ze gebouwd door oude vissers om zelf niet meer de woeste zee op te gaan. Aan het platvorm worden netten gehangen die middels een ingenieus systeem boven water worden getild.


Velden vol orchideeën 

links: Orchis purpurea - Purperorchis  midden: Orchis morio - Harlekijntje Rechts: Dactylorhiza romana - Romeinse orchis
links: Orchis purpurea – Purperorchis
midden: Orchis morio – Harlekijntje
Rechts: Dactylorhiza romana – Romeinse orchis


De Gargano is beroemd vanwege haar grote rijkdom aan orchideeën. Vooral op de wat meer afgelegen plekken, hoger de bergen in, waar de schaapherders hun kudde minder intensief laten grazen, is het een ware bloemenzee.

Orchis italica - Italiaanse orchis
Orchis italica – Italiaanse orchis

buitenkant: Orchis morio - harlekijntje midden: Orchis papilionacea - vlinderorchis
buitenkant: Orchis morio – harlekijntje
midden: Orchis papilionacea – vlinderorchis


Ophrys holoserica - hommelorchis
Ophrys holoserica – hommelorchis

Ophrys bertolonii - zadelophrys
Ophrys bertolonii – zadelophrys


Ophrys lutea species

Van de gele ophryssen bestaan een aantal erg op elkaar gelijkende ondersoorten, die ook in de Gargano voor komen. Ik kwam ze veelal tegen in wegbermen en in open bossen op stenig substraat.

links: Ophrys tenthredinifera - wolzweverophrys  midden: Aceras anthopophorum - poppenorchis Rechts: Ophrys lutea spec. - gele ophrys
links: Ophrys tenthredinifera – wolzweverophrys
midden: Aceras anthopophorum – poppenorchis
Rechts: Ophrys lutea spec. – gele ophrys


Tot slot

Aan al het goede komt een eind. Ik liet de Gargano met haar schitterende berglandschappen, sprookjesachtige bossen, haar ontelbare orchideeën en haar in gebrekkig en onbegrijpelijk Engels sprekende bevolking achter me. Met behulp van de Tomtom reed ik via landweggetjes door kruidige olijfboomgaarden en wijngaarden op weg naar het vliegveld in Bari. De doorgaande weg naar de afgelegen car rental was afgesloten, waardoor ik telkens weer op een doodlopend stuk uitkwam. Dan maar keren op de snelweg en eindelijk bereikte ik het verhuurbedrijf en werd ik met een shuttlebus op het vliegveld afgezet. Daar was het een gehaast om in te checken en moest ik uiteindelijk mijn 1-poot statief inleveren omdat dit als wapen kon worden gebruikt. Bij de overstap op Milaan werd ik gefouilleerd en namen ze met een doekje een zweettest af, om op drugs te controleren. De reis verliep verder voorspoedig. Het was weer een schitterende vakantie;  

Gargano, che bello!


Links: Aceras anthopophorum - poppenorchis  rechts: Orchis italica - Italiaanse orchis
Links: Aceras anthopophorum – poppenorchis
rechts: Orchis italica – Italiaanse orchis



zaterdag 4 oktober 2014

Blauwe schim over het water




Werkend langs een vijverpartij op een landgoed horen we vanuit de verte een nerveus geluidje dichterbij komen: Tititi-titi-tititi… Een blauwe schim schiet acrobatisch tussen overhangende bomen door en vliegt een paar rondjes over de vijver, om vervolgens op een tak naar het water te gaan zitten staren. Het staartje wipt wat nerveus op en neer. Dan richt ze zich op en in een fractie van een seconde duikt ze het water in, om vervolgens met een visje weer terug te keren naar de tak. Het is een ijsvogel die zich te goed doet aan een tiendoornig stekelbaarsje.




IJsvogels zijn schuwe vogeltjes die zich langs beekjes, rivieren en waterpartijen ophouden op jacht naar kleine visjes. Wanneer ze het water in duiken, schuift er een vliesje als een soort duikbril ter bescherming over het oog. IJsvogels broeden in steile kanten, waarin ze een nesthol graven. Het aantal broedparen in Nederland wisselt jaarlijks van 100 tot 800 paar. Omdat ze afhankelijk zijn van water, hebben ze het erg moeilijk met strenge winters, waardoor het aantal flink achteruit gaat. Daarentegen kunnen ze meerdere nesten per jaar grootbrengen. Mannetjesijsvogels hebben een zwarte snavel. De vrouwtjes hebben een geheel of gedeeltelijk oranje ondersnavel.





woensdag 2 juli 2014

Op zoek naar heilzaam ‘onkruid’


Onlangs via OutdoorFriends mee geweest met een  kruidenwandeling door het Kralingse Bos te Rotterdam. Wekelijks vertoeven in dit gebied duizenden mensen om er te wandelen en te fietsen, voor de rust en ontspanning. Niemand staat er echter bij stil dat het gebied vol staat met geneeskrachtige kruiden. Rita Hausherr, natuurgeneeskundige, nam ons mee om een beetje wegwijs te maken in de heilzame werking van deze planten.



Het duurde eventjes voordat iedereen de ingang van de heemtuin had gevonden, omdat deze bijna op leek te gaan in de omgeving. Na een korte introductie fladderde Rita als een vlinder van plant naar plant en wist ons steeds weer te verrassen met de bijzondere krachten van planten die overal algemeen voor komen. We werden op onze kennis getest, dan weer was het even proeven of ruiken, om vervolgens een boekje open te slaan met leuke legenden. Elk plantje heeft haar eigen verhaal. Veel aandacht ging uit naar de innerlijke reiniging van het lichaam. Door stress, voorjaarsmoeheid of medicijngebruik kunnen bijvoorbeeld afvalstoffen en gifstoffen in het lichaam achterblijven, die allerlei kwaaltjes met zich mee kunnen brengen, zoals exceem. Zo zorgt berkensap, gewonnen in het voorjaar bij afnemende maan, ervoor dat het lichaam op een zachte manier gereinigd wordt. Brandnetelthee heeft hetzelfde effect, maar heeft een krachtigere werking. De steeltjes van de paardenbloem hebben de krachtigste werking. Hiervoor is een opbouw en afbouw van het gebruik nodig. Jonge bladeren van deze plant kunnen echter in een salade verwerkt worden. Via de grove den werden we bekend gemaakt met de term Bach Bloesem. Een tinctuur van smalle weegbree kan onder andere helpen bij het stoppen met roken en helpt de teer uit de longen te verwijderen. We sloten af bij de kinderboerderij, waar we nog wat napraatten onder het genot van zelf gezette kruidenthee. Het was een leerzame event!




donderdag 8 mei 2014

Op zoek naar de wilde tulp



Wie aan Nederland denkt, denkt aan tulpen. Alleen al op de Keukenhof bloeien er miljoenen en jaarlijks worden er landelijk meer dan 4 miljard gekweekt. Toch groeit er in Nederland maar 1 wilde tulpensoort; de bostulp en deze komt oorspronkelijk uit Zuid Europa. De schoonheid van het plantje, de geschiedenis van onze cultuur en de verbondenheid van deze soort  met landgoederen gaf me de kriebels om op zoek te gaan naar de bostulp in Nederland.


Trip naar Friesland

De beschermde bostulp komt vooral in Friesland voor en we besloten dan ook de landgoederen Martenastate (Koarnjum), het op steenworp afstand gelegen Dekemastate (Jelsum) en de begraafplaats van Ternaard te bezoeken. Op de landgoederen bloeiden de bostulpen uitbundig, maar o.a. ook Haarlems klokkenspel en bosvergeet-mij-nietje toonden hun rijke bloei. Leuke bijkomstigheid waren de tuinfairs op de landgoederen met naast planten en snuisterijen ook ambachtelijke lekkernijen. Daarna ging onze zoektocht naar de begraafplaats van Ternaard. Deze trekt jaarlijks vele bezoekers om de duizenden bostulpen te zien bloeien. Ternaard kwam vorig jaar in het nieuws doordat het terrein per ongeluk (?) te vroeg – tijdens de bloei van de tulpen –was gemaaid.  We sloten ons dagje af aan een bezoekje aan de Waddenzee om heerlijk uit te waaien.


Geschiedenis van de tulp

Rond 1570 kwamen de eerste tulpen in Nederland terecht. Het was een statussymbool om een tulp in je tuin te hebben, want het vermeerderen van een tulp ging langzaam, maar de vraag naar tulpen steeg snel. Tussen 1634 en 1637 was er zelfs zo’n tulpengekte, dat men voor een bolletje gerust een paar duizend gulden moest betalen. Er werden speciale vazen ontwikkeld om dit vergankelijke goud in huis te hebben staan. Natuurlijk meestal maar 1 bloem per vaas.

Bostulp – Tulipa sylvestris

In april zijn de groengele, geknikte kopjes van de bostulp te vinden. Wanneer de zon schijnt, gooit ze binnen een half uur haar hoofd omhoog en ontluikt ze haar gele kroonblaadjes zo wild, alsof ze net uit bed komt. ’s Avonds en met donker weer sluit ze haar bloem weer. De bloemen bevatten geen nectar en in ons land ontwikkelt de plant geen rijpe zaden. De vermeerdering is aangewezen op de vorming van lange uitlopers waaraan het einde een nieuw bolletje ontwikkeld. Dit doen alleen de bollen die niet in bloei staan. De naam Bostulp is eigenlijk verkeerd gekozen, want ze groeit het liefst op wat zonnigere plaatsen zoals in bosranden, graslanden, wegbermen, boomgaarden en uiterwaarden. Elk jaar bloeit maar een klein deel van de tulpen. Hoe voedselrijker en schaduwrijker de grond, hoe slechter de bloei. Lichte grondbewerking kan de bloei bevorderen.


Verspreiding Bostulp

De bostulp komt van nature voor in Italië, Sardinië, Sicilië en de Balkan. In de tweede helft van de 16e eeuw is ze vanuit de Italiaanse stad Bologna naar Centraal en Noord Europa vervoerd. Vooral met de opkomst van de Engelse landschapsstijl is de bostulp op veel landgoederen in Europa aangeplant. Van daaruit verwilderen ze al snel en gedroegen ze zich in een aantal wijngaarden als onkruid. In Nederland komt ze, door haar voorkeur voor humeuze kleigrond, vooral in Friesland en deels in Zeeland voor, maar ook in de andere provincies is ze wel te vinden.


maandag 5 mei 2014

Onderzoekje Stinzenplanten en vogels Oud Poelgeest

Oegstgeest/Leiden

Aanleg- en onderhoudswerkzaamheden die LOP Wendakker op landgoederen uitvoert hebben invloed of zijn gericht op de aanwezige flora en fauna. Vandaar dat we eens een dagje de werkzaamheden hadden stilgelegd om ons te verdiepen in de aanwezige planten en dieren en enkele beheermaatregelen besproken. In dit geval stinzenplanten en vogels op Landgoed Oud Poelgeest in Oegstgeest.

Stinzenplanten
De naam stinzenplant is afkomstig van het Friese woord ‘stins’ of stenen huis. Rijke mensen haalden vroeger planten uit verre streken vandaan om de tuin rond hun huizen, kastelen, boerderijen of kloosters te verfraaien. Vaak werd dit gedaan om de omgeving te laten zien hoe rijk men was. Een tulpenbol was immers goud waard. Deze groep, veelal vroegbloeiende bolgewassen, is men stinzenplanten gaan noemen. Gewoon sneeuwklokje, wilde hyacint, bostulp en de bosanemoon behoren tot de stinzenplanten.



Beheermaatregelen ten behoeve van stinzenplanten
Vooral van belang is om niet te vroeg te maaien. Pas na de bloei richt de plant zich, naast de zaadproductie, op het energie aanmaken voor de bloei van het volgende jaar. Zo kan men bijvoorbeeld in gazons met veel sneeuwklokjes, hyacinten of krokussen kiezen voor een zomergazon. Pas nadat de planten deels zijn afgestorven wordt er voor het eerst gemaaid en vervolgens wordt het gazon regelmatig gemaaid.
Een beetje blad vinden stinzenplanten niet erg, maar als er in het najaar door het blazen van de paden een dik pakket blad in de berm ligt, verdwijnen veel soorten ook. Het blad moet dus worden opgeruimd of verder geblazen. Op landgoederen moeten slootjes ook wel eens gebaggerd worden. Dit mag gerust worden uitgespreid in de berm, als de laag maar niet te dik is. Veel stinzenplanten vinden deze mestgift wel prettig. Maar pas op; als de berm verschraald moet worden, (maaien en afvoeren om de grond voedselarmer te maken,) mag er natuurlijk geen bagger worden uitgespreid.



Geïnventariseerde soorten stinzenplanten
We hebben op het landgoed twee vakken geïnventariseerd op soorten bloeiende stinzenplanten en de mate van voorkomen in dat vak. Van de 9 getelde soorten waren de voorjaarshelmbloem en bosanemoon het meest voorkomend. Bijzondere soorten die we tegenkwamen waren de holwortel, gele anemoon en blauwe anemoon.

Vogels
Vogels zijn belangrijk voor de zaadverspreiding van veel planten en bomen. Sommige soorten leggen een wintervoorraad van zaden aan, die ze niet altijd terug kunnen vinden. Ook kunnen sommige zaden pas ontkiemen nadat de harde buitenkant door het spijsvertering van de vogels is aangetast en het zaad is uitgepoept.
Daarnaast eten veel vogels insecten die anders een plaag zouden vormen, of staan ze zelf op het menu van andere vogels of dieren. Landgoederen hebben veel afwisseling in het terrein op een klein oppervlak. Er zijn op een landgoed veel bosranden, hagen, oude bomen, boomgaarden, dicht bos en water te vinden. Hierdoor voelen veel vogelsoorten zich op een landgoed thuis.

Beheermaatregelen ten behoeve van vogels
Zorg voor veel variatie in het terrein op een landgoed. Dode bomen of liggend hout indien mogelijk laten staan of liggen. Veel bossen raken hun struiken- en kruidlaag kwijt door lichtgebrek. Probeer deze gelaagdheid weer terug te brengen. Door extensief maaibeheer krijg je meer variatie in plantensoorten en dus ook meer voedsel en dekking voor vogels. Probeer het landgoed niet overal te netjes te maken. Bramen en ruigtekruiden bieden veel vogels een goede broed- en schuilgelegenheid. Houdt rekening met onderhoudswerkzaamheden tijdens het broedseizoen.

Waarom zingen vogels?
Vogels zingen voornamelijk om een vrouwtje te lokken of om hun territorium te verdedigen. Terwijl wij genieten van het gezang van de vogels, is het voor hun een soort oorlogstijd. Daarnaast maken vogels ook geluidjes om gevaar aan te duiden, of om hun jongen te roepen.



Geïnventariseerde soorten vogels
We hebben onder andere gaaien, wilde eenden, meerkoeten, waterhoenen, pimpel- en koolmeesjes, merels, houtduiven, kauwen, halsbandparkieten, roodborstjes en winterkoninkjes gezien.  Vooral de roodborst, winterkoning en halsbandparkiet waren aan het zingen of maakten veel herrie.
Er is 10 minuten naar het gedrag van het roodborstje gekeken. Eerst zit hij te zingen op een tak, vervolgens zoekt hij tussen de bladeren op de grond naar insecten. Dan vliegt de roodborst weg, omdat hij wordt opgeschrikt door een wandelaar. Een andere roodborst gaat in de buurt zingen en de eerste roodborst gaat meteen op een hoger en zichtbaarder punt zitten en zingt luider. Vervolgens verdwijnt ze in een takkenril.


De deelnemers vonden het een erg interessante en geslaagde dag.

maandag 17 maart 2014

IJseendjes langs de kust


Onlangs bij de Brouwersdam enkele ijseenden gezien. Deze vogels broeden op de Arctische toendra’s van Europa en overwinteren grotendeels in de Oostzee. Een klein aantal trekt iets zuidelijker en ook in ons land overwinteren  vermoedelijk enkele honderden ijseenden op zee. De grootste kans om ze te zien is in Zeeland (oa. Brouwersdam) en in het waddengebied.





zaterdag 8 maart 2014

Noodklok; Scholekster verdwijnt uit Nederland


Klik op foto voor vergroting




Wie kent ze niet van de wadden, weiden en akkers, de bont gekleurde steltlopers met hun oranje snavel; de scholekster? Regelmatig kun je ze bij gevaar of tijdens de vlucht luidkeels horen roepen; tepiét-tepiét. In Nederland broeden er de laatste jaren zo’n 70.000 paartjes. Een redelijk aantal natuurlijk. Tóch is de kans groot dat de bonte piet op korte termijn uit Nederland verdwenen zal zijn. Ze brengt te weinig jongen groot om zich te handhaven en gedurende de winter is er nauwelijks meer voedsel voor haar te vinden. Ze kan hier gewoonweg niet meer overleven. Met een drastische teruggang van meer dan 50% in 20 jaar tijd en een voortzettende tendens gaat het met de soort niet lekker. Aangezien dat Nederland zo’n 30% van de wereldpopulatie herbergt, zit de scholekster dus behoorlijk in de problemen.


Leefgebied

Scholeksters zijn zowel weidevogels als kustvogels en ze komen ook wel op platte grinddaken tot broeden. Het grootste deel van de scholeksters broeden in agrarisch gebied, zo’n 19% op de kwelders en zo’n 4% in de stad. In Nederland komt de scholekster vooral in het noorden en het westen des lands voor. Langs de kust zijn ze vooral aangewezen op voedsel als schelpdieren en kreeftachtigen. In weilanden gaan ze vooral op zoek naar wormen.
Scholeksters die meer aangewezen zijn op de kust, hebben iets kortere en wat meer beitelvormige snavels door het open hakken van de schelpdieren. De wormenvogels hebben langere en spitsere snavels. De scholeksters uit Nederland verblijven het hele jaar in ons land. De Scandinavische soorten trekken zuidelijker. Gedurende de trektijd en in de  winter verblijven de vogels vooral langs de kust. Hier wachten ze in grote getale op het droogvallen van de platen, op zoek naar voedsel. In het voorjaar maakt de scholekster een kuiltje in de grond of in het gras en legt daar 2 tot 3 eieren in.




Hokkers, Wippers, floaters en soosvogels

De beste broedplekken, op de kwelderrand, worden jarenlang door dezelfde sterkste paartjes ingenomen. Deze hokkers, zoals ze worden genoemd, hoeven maar een klein stukje te vliegen om voedsel te zoeken voor hun jongen. Wippers zijn de wat meer sullige vogels, die geen goede plek hebben weten te bemachtigen. Zij broeden veel verder van hun voedsel vandaan en brengen daardoor minder jongen groot; zo’n 0,2 jongen per jaar ten opzichte van 0,65 jongen per jaar bij hokkerpaartjes. Jonge scholeksters (floaters) kiezen vaak voor eenzelfde broedgebied waarin ze zijn opgegroeid, zodat de jongen van een hokker een veel grotere kans hebben om een hokker te worden en een wipper altijd een loser zal blijven. Alhoewel… bij overstromingen blijven de wippernesten meer gespaard.
Scholeksters die niet tot broeden komen, verzamelen zich in groepen; de sozen.
  

Achteruitgang: te weinig voedsel en teveel gevaar

Bijna de hele Nederlandse populatie scholeksters overwintert in het waddengebied of langs de Delta. Sinds 1930 was de scholekster in een flinke opmars door de voedselrijke mosselbanken en weilanden. Sinds 1990 is er een grote teruggang te zien. Er was een  intensieve mossel- en kokkelvisserij in het waddengebied. Met stofzuigers werden hele mosselbanken weggezogen. Sinds 2006 is de intensieve schelpdiervisserij in het waddengebied verboden, maar het herstel van de mossel- en kokkelstand (en nonnetjes) is erg gering. Zeker ook omdat de Japanse oester de mosselbanken overgroeit. De Japanse oester is ooit voor de Nederlandse visserij ingevoerd en overwoekert alles. Hun kleppen zijn veelal te hard voor de scholekster om doorheen te komen, zodat de scholeksters nauwelijks meer aan hun voedsel kunnen komen. In de Delta spelen dezelfde oorzaken. Daarnaast wordt hier volop op schelpdieren gevist. De Deltawerken zorgen er ook voor dat door de veranderde waterstromingen steeds meer voedselrijke platen niet meer droog vallen. 

Door het vaker maaien van het grasland komen er nauwelijks jongen meer groot. Door het extremere weer raken steeds vaker hun nesten in de kwelders overstroomd. De drogere kwelders verruigen teveel en de vos op het vasteland weet de scholekster ook te vinden.

Jarenlang viel het niet zo op dat het slecht ging met de scholekster, omdat ze zo’n 40 jaar oud kunnen worden en erg standvastig zijn. Deze oudjes produceren echter veel minder jongen. Gemiddeld hoeft een broedpaar maar 0,35 jongen per jaar groot te brengen om de populatie in stand te  houden. De laatste jaren is het aantal jongen per jaar teruggelopen tot onder de 0,2 en de daling zet zich voort.

Er wordt volop onderzoek gedaan en experimenten uitgevoerd om te proberen het tij te keren, maar of het (op tijd) gaat werken?



dinsdag 4 maart 2014

Winterakoniet; een beetje lente in de winter


De winterakoniet is één van de vroegst bloeiende plantjes. In de late winter kan ze de bosbodem al in een geel tapijt doen verhullen. Hoewel ze oorspronkelijk uit Zuid-Europa komt, is ze eeuwen geleden al om haar bloemenpracht op landgoederen aangeplant. Ze behoort dan ook tot de groep van stinzenplanten. Winterakonieten voelen zich vooral thuis in essen-iepenbossen.





maandag 3 maart 2014

Omsingeld door Schotse Hooglanders



Onlangs werkte het Landschapsonderhoud Project voor SBB in de uitgestrekte duinen van Bloemendaal, om opslag van Corsicaanse dennen te verwijderen.  Tijdens de pauze werden we vergezeld door een groepje woest uitziende, langharige collega’s die onze bus omsingelden; een groepje Schotse Hooglanders. Schijnbaar vonden ze onze koffie en brood een stuk aantrekkelijker dan het stugge gras en het houtopslag waarvoor ze in het gebied waren uitgezet om dit terug te dringen. Na een korte arbeidsoverleg, waarbij de dieren op een houtje moesten bijten, hervatten we weer onze werkzaamheden.


De Schotse hooglander is een echte oerrund, afkomstig van de ruige Schotse hooglanden. Ze is bestand tegen onstuimig weer en voedselarme omstandigheden. Eind jaren ’70 begon in Nederland natuurbeheer in opmars te komen. Monotone houtproductiebossen werden omgevormd tot gevarieerder bos. Nederland miste alleen  grote grazers om op een natuurlijkere wijze het gebied gevarieerder te maken en te behouden. In 1982 werden de eerste Schotse Hooglanders uitgezet en sindsdien zijn ze ook in veel andere natuurgebieden losgelaten. Er wordt gezegd dat er nu in Nederland meer Schotse hooglanders voor komen dan in Schotland zelf.  Bij een lage begrazingsdruk zorgen Schotse hooglanders voor een gevarieerder terrein; ze gaan deels verruiging en verbossing tegen, zodat er open ruimtes ontstaan. Ook wordt de grond hier en daar omgewoeld en zorgt hun mest voor kleine vegetatieverschillen. Schotse hooglanders zijn niet agressief, mits je op gepaste afstand blijft.


zaterdag 15 februari 2014

Mooie storm is niet lelijk


Scheveningen, 15 februari 2014





De wind gierde door de smalle straten van het oude Scheveningen. Bij de Boulevard aangekomen was ademhalen nauwelijks mogelijk door de zilte en zanderige lucht, die de badplaats met een goudgelen nevel deed omhullen. Terwijl wandelaars verwoede pogingen deden het strand te trotseren, renden honden dolenthousiast door de zandstorm naar zee. Of het helemaal gezond is voor de viervoeters is maar de vraag, maar ze leken als een kind zo blij.





Gekraagde aardster




Tijdens werkzaamheden in de buitengebieden stuit het LOP regelmatig op een fraai gevormde paddenstoel; de gekraagde aardster – Geastrum triplex . Een aardster begint tulpvormig, waarna de buitenwand bij volgroeiing stervormig inscheurt en omrolt. Bij de gekraagde aardster is de buitenwand niet elastisch genoeg, waardoor een deel van de wand losscheurt en als een kraag omhoog blijft staan. Een stuifbal met sporen komt bloot te liggen en de omgerolde slippen duwen de paddenstoel boven de grond. In de stuifbal ontstaat een gaatje waaruit de rijpe sporen kunnen ontsnappen.



Deze paddenstoel is over de gehele wereld in gematigde streken te vinden.
De gekraagde aardster is een op de grond groeiende saprofyt, wat wil zeggen dat ze dood plantaardig of dierlijk materiaal afbreekt en omzet tot humus. Je kunt haar meestal in kleine groepjes in de herfst- en wintermaanden tegenkomen in humusrijke loofbossen, parken en tuinen.






woensdag 1 januari 2014

Strijd om het grootste vuur


Scheveningen


In Scheveningen was al dagen geleden de strijd losgebarsten wie het grootste nieuwjaarsvuur zou gaan maken. Het Noorderstrand of Duindorp .

Vrachtwagens, shovels, telekranen en vooral veel handkracht hadden er in de afgelopen dagen voor gezorgd dat klokslag 0.00 uur twee reusachtige vuurtorens de hens in gingen. De dranghekken rond het noorderstrandvuur voorkwamen dat mensen onder het vuur bedolven raakten, toen de brandende stapel in zijn geheel omviel. Sommige mensen namen die nacht al een nieuwjaarsduik, zodat ze zich bij het immens hete vuur weer konden opwarmen.
Wie er gewonnen heeft? Het is vooral nog bekvechten en moddergooien tussen de twee wijken over de uitslag. Die op het noorderstrand was volgens mij breder van opzet, maar die van het zuiderstrand toch net iets hoger???

Anyway; Happy New Year everybody!
 


klik op pics voor vergroting