Maandagavond 2 mei landde het vliegtuig van Tui op de
luchthaven van Banjul, de hoofdstad van Gambia. De transfer, een bus die
verschillende hotels aandeed, bracht me naar het hotel; Sunset Beach in Kotu. ’s
Ochtends vroeg wilde ik een rondwandeling maken om de omgeving te verkennen.
Het hotel was gelegen vlak aan zee, tegen de monding van de Kotu-Creek. Een
kreek omzoomd door mangrove, dus de ideale plek om vogels te kijken. Het was me
al opgevallen dat het hotel – zoals alle hotels in Gambia – veel jonge
beveiligers had rondlopen om de boel in de gaten te houden. Wat stond me buiten
de poort te wachten??? Via een shortcut naar zee liep ik naar de kreek. Boven
het water toonden een aantal bonte ijsvogels hun acrobatische vliegkunsten en
ook lieten de eerste kapgieren zich zien, die zich tegoed deden aan een maaltje
verrotte vis. Via het Palm Beach hotel belandde ik op de gewone weg. Meteen
werd ik al aangehouden door de lokale taxichauffeur Happy Dad, een oudere,
goedgemutste man die me wel tegen betaling rond wilde rijden en vogels wilde
laten zien. Ik vertelde nog eerst even zelf rond te willen snuffelen en liep over de
Kotu Bridge. De ene na de andere man liep telkens op me af en hield me aan. Het
waren locals, die zich verschanst hadden langs de weg. Het leek als een vriendelijke
begroeting, met een handshake, maar het werd telkens wat opdringerig en het
kwam erop neer om even mee te lopen om wat te kopen of om geld te geven om rond
te kunnen komen. Het gaf me een onveilig gevoel, alsof predatoren zaten te
wachten op vers vlees en dat vlees was ik! Mijn wereld voelde ineens heel klein
en ik koos het hazenpad naar het hotel. Het leek me het verstandigst om niet
meer alleen op pad te gaan. Maar ik kende nog niemand, op Happy Dad na!
Sunset Beach hotel is gelegen aan de Kotu Creek Predatoren hebben vers vlees: Ik stond op het menu! |
kijk je wel een beetje uit peter........
BeantwoordenVerwijderenIk ben weer thuis hoor Klaproos; heb het goed en wel overleefd.
Verwijderen