Op het strand kon mij niet veel gebeuren; alles was goed te overzien, dus via de shortcut liep ik weer naar zee, waar een groepje locals met vereende krachten een sleepnet binnen aan het halen was. Ik werd er meteen bij geroepen om mee te helpen. Het leek me dé manier om ze zo beter te leren kennen en al gauw hing ik ook in de touwen. Ik raakte in gesprek met medevisser Lamin, een 31 jarige local. (Elke eerst geboren zoon wordt in Gambia Lamin genoemd.) Toen ik vertelde welke bestemmingen ik deze vakantie aan wilde doen, stelde hij voor om me na het vissen te begeleiden via een wandeling over het strand, naar mijn eerste sightseeing; de krokodillenpoel in Bakau. Dat schonk vertrouwen. Na een lange tocht met deels klauterwerk bereikten we de vissershaven van het stadje. Dagelijks komen de vissers tegen vijven de haven binnen om de vis aan land te brengen en te verkopen aan de plaatselijke bevolking. De honden en de vogels deden zich tegoed aan het visafval. Lamin vertelde me dat de meeste honden die op de stranden liepen geen baasje hadden. Volgens hem waren de honden oorspronkelijk afkomstig van toeristen die ze achter hebben gelaten. Ze worden gevoerd door hotelgasten en vissers.
Wachtend op de vers gebakken vis in Bakau, de vis is net aan land en de vogels genieten mee |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten