zaterdag 14 mei 2016

Gambia 4: Overleven, respect en vriendschap




Overleven

Het was nog steeds mijn eerste dag in Gambia. Mijn hoofd tolde een beetje van alle indrukken. Ik besloot om vanuit het hotel via de gewone weg naar het strand te lopen. Het was maar een tochtje van honderden meters dus dat zou ik wel overleven. En natuurlijk, de locals kwamen weer vanuit hun hangplekken half onder de bomen tevoorschijn en probeerden op allerlei manieren geld uit mijn zakken te praten. Maar ik hield voet bij stuk en bereikte een pleintje, de doorgang naar zee, met piepkleine winkeltjes waar locals hun zelfgemaakte kleding en houtsnijwerk aan de man probeerden te brengen. Ik liet me overhalen en kocht enkele houten beeldjes; krokodillen en een ijsvogel. Die had ik immers gezien, dus het leek me wel een leuk aandenken. De man sprong een gat in de lucht en ik kreeg als dank een armband. Het toeristenseizoen was nagenoeg afgelopen en de zaken gingen héél slecht, dus elke verkoop was mooi meegenomen. Vervolgens liet ik me verleiden door de charmes van de goedlachse en aardige kleermaakster Mariama en kocht in haar winkeltje uiteindelijk een tafelkleedje. Ook zij was zielsblij. Ondertussen had ik wel trek gekregen en aan het strand werd ik dan ook met open armen ontvangen door Yai, die een heerlijke, tropische fruitsalade wist te maken. Ik was haar enige klant vandaag. Een fruitsalade kostte 200 Dalassi – ongeveer €4,20 – en ik heb me laten vertellen dat een Gambiaan ongeveer 100 Dalassi per dag verdient. Een Gambiaan zou dus nooit zomaar aan het strand iets te eten kunnen kopen. Alle winkeltjes en local restaurantjes zijn dan ook afhankelijk van het toerisme. Zo ook de veelal jonge medewerkers van de hotels die een oogje in het zeil hielden en soms zelfs 14 uur per dag werkten om maar enigszins wat te verdienen. Seizoenswerk van maar enkele maanden.
Het was dan ook een doodsteek voor velen toen er in Afrika Ebola uitbrak. Hoewel Gambia ebola vrij was en de kans om in Nederland door ebola besmet te raken zelfs vele malen groter was, werden wereldwijd vele vluchten geannuleerd. Het toerisme zakte met 60% terug. Operators als Tui bleven echter vliegen op Gambia en zorgden de bevolking een sprankje hoop om toch te kunnen overleven.


Gambia
Elke dag maakte ik wel een praatje met de goedlachse Mariama,
nam ik een fruitsalade bij de charmante Yai en at ik heerlijk bij Dominos

Gambia
Veel vrouwen werken het hele jaar op de akkers om groente te telen
Kinderen die naar school gaan nemen na afloop een frisse duik in de kreek


Respect en Vriendschap


Naast het toonbankje van de ‘Fruitlady’ was de local beach bar en restaurant Dominos. Toen ik hier ’s avonds ging eten, ontmoette ik Katy, de Engelse vrouw van de eigenaar. Zij stak haar handen in het vuur voor de locals; hoe arm de mensen ook waren, hier in Gambia was nagenoeg geen diefstal of criminaliteit. De meeste mensen waren moslim, maar konden gebroederlijk opschieten met de christenen. Ook droegen de meeste vrouwen geen hoofddoekje. De locals konden zich dan wel opdringen, maar zouden je in principe nooit met een vinger aanraken. Dominos zorgde voor werk voor de locals, zoals de vrolijke Amie en had ook afspraken gemaakt met de winkeltjes in de omgeving; voor fruitsalades en verse sappen moest je niet bij Dominos zijn, maar werd je doorverwezen naar de buren. Er straalde passie vanuit en het eten was er heerlijk. Het voelde aan als een alternatieve surftent, zoals het Surfdorp in Scheveningen ook uitstraalde. In de weekenden was het elke avond Reggae Night met dj’s en ik werd meteen uitgenodigd om dit mee te maken. Ook werd ik voorgesteld aan Mustapha Kassama; een professionele vogelgids, met wie ik gedurende mijn vakantie een aantal fraaie vogelexcursies heb gedaan. Dominos werd mijn vaste restaurant. Ik voelde me er prima thuis. Veel locals, degenen die vanuit de hangplekken onder de bomen op mijn afstapten en voor wie ik in het begin een beetje bang was, ontmoette ik hier en het bleken heel aardige mensen te zijn. Ze kenden me meteen bij naam en we hebben gedurende de Reggae Party’s dan ook flink gefeest. De kok van Dominos kwam me persoonlijk bedanken voor mijn steun aan de plaatselijke bevolking. Lamin, die ik hier ook regelmatig ontmoette, was ondertussen een soort broertje van me geworden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten